Achtergrondinformatie Zoetstoffen

Zoetstoffen zijn stoffen die worden gebruikt om een zoete smaak aan voedsel en dranken toe te voegen zonder de calorieën van suiker. Ze worden vaak ingezet als alternatief voor suiker in producten zoals frisdranken, desserts, sauzen, en zelfs kauwgom.

 

In de afgelopen jaren zijn zoetstoffen steeds populairder geworden, vooral onder mensen die hun suikerinname willen verlagen of die een dieet volgen.

Het gebruik van zoetstoffen biedt niet alleen voordelen voor gewichtsbeheersing, maar kan ook nuttig zijn voor mensen met diabetes, omdat ze de bloedsuikerspiegel niet significant beïnvloeden. Het is echter belangrijk om te begrijpen dat niet alle zoetstoffen gelijk zijn en dat ze verschillende effecten op het lichaam kunnen hebben.

Soorten zoetstoffen

 

Kunstmatige zoetstoffen: Deze worden synthetisch gemaakt en hebben een veel sterkere zoetkracht dan suiker. Voorbeelden zijn aspartaam, sucralose en saccharine. Deze zoetstoffen bevatten meestal geen calorieën en worden in kleine hoeveelheden gebruikt.

 

Natuurlijke zoetstoffen: Deze zijn afkomstig van natuurlijke bronnen zoals planten. Bekende voorbeelden zijn steviolglycosiden (afkomstig van de steviaplant) en erythritol, een suikeralcohol die van nature in fruit voorkomt.

 

 

Een andere indeling van zoetstoffen is een onderverdeling in intensieve en extensieve zoetstoffen.

 

Intensieve zoetstoffen

Deze zoetstoffen hebben een zeer sterke zoetkracht, gemiddeld ongeveer 200 keer zoeter dan suiker. Hierdoor is slechts een minimale hoeveelheid nodig, wat resulteert in een verwaarloosbare hoeveelheid calorieën (energie). Sommige zoetstoffen worden niet door het lichaam verteerd. Deze verlaten het lichaam onveranderd via de urine en ontlasting, waardoor ze helemaal geen calorieën leveren.

Intensieve zoetstoffen kunnen vanuit hun oorsprong worden onderverdeeld in natuurlijk (zoals steviolglycosiden, een extract uit de blaadjes van de stevia plant) of synthetisch, kunstmatig gevormde zoetstoffen (zoals aspartaam)

 

 

Voorbeelden van intensieve zoetstoffen:

Polyolen E-Nummer ADI (= aanvaardbare dagelijkse inname)
Acesulfaam-K E950 9 mg / kg lichaamsgewicht
Advantaam E969 5 mg / kg lichaamsgewicht
Aspartaam E951 40 mg / kg lichaamsgewicht
Cyclamaat E952 7 mg / kg lichaamsgewicht
Neohesperidine E959 5 mg / kg lichaamsgewicht
Neotaam E961 2 mg / kg lichaamsgewicht
Saccharine E954 9 mg / kg lichaamsgewicht
Steviolglycosiden E960 4 mg / kg lichaamsgewicht
Sucralose E955 15 mg / kg lichaamsgewicht
Thaumatine E957 -

Extensieve zoetstoffen

Deze zoetstoffen worden ook wel polyolen genoemd. Polyolen, ook wel extensieve, vul- of bulkzoetstoffen genoemd, worden industrieel geproduceerd maar komen in kleine hoeveelheden van nature voor in diverse fruit- en groentesoorten. Ze zijn iets minder zoet dan suiker (sacharose), met een zoetkracht van 0,4 tot 1 keer die van suiker.  Dit maakt hun zoetkracht lager in vergelijking met intensieve zoetstoffen.  

 

Polyolen leveren minder calorieën dan suiker (2,4 kcal/g tegenover 4 kcal/g), met erythritol als uitzondering: de enige polyol met nul calorieën. Polyolen worden bijna niet verteerd. Ze worden gefermenteerd in de dikke darm. Bij overmatig gebruik kan dit voor een laxerend effect en winderigheid hebben.

 

Naast hun gebruik als zoetstof worden polyolen ook ingezet voor uiteenlopende technologische functies, zoals emulgator, stabilisator, bevochtigingsmiddel, verdikkingsmiddel en textuurmiddel.

 

Voor polyolen is geen ADI vastgesteld. Producten met polyolen bevatten bij meer dan 10% in het product de vermelding ‘overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben’. 

 

Voorbeelden van polyolen zijn:

Polyol E-Nummer
Sorbitol E420
Mannitol E421
Isomalt E953
Maltitol E965
Lactitol E966
Xylitol E967
Erythritol E968

Onverteerbare koolhydraten

Polyolen worden op het etiket van voedingsmiddelen vermeld als koolhydraten. Omdat ze niet door het lichaam worden opgenomen en onveranderd via de ontlasting het lichaam verlaten, worden ze beschouwd als onverteerbare koolhydraten. Hierdoor tellen polyolen niet mee bij het berekenen van koolhydraten. Ze worden afgetrokken van het totaal aantal koolhydraten op het etiket.

Dit is belangrijk voor mensen met diabetes die insuline doseren op basis van de vermelde koolhydraten. Als zij polyolen niet uitsluiten, kan dit leiden tot een te hoge insulinedosering en een risico op hypoglykemie. (Bron: Voedingsrichtlijn Diabetes 2020, NDF - Nederlandse Diabetes Federatie).

Omdat polyolen  (net als laagcalorische zoetstoffen) het bloedsuikergehalte nauwelijks of niet beïnvloeden, kunnen ze een nuttige keuze zijn voor mensen met diabetes. (Bron: Diabetesfonds)

 

Laxerend effect

Polyolen kunnen bij overmatig gebruik maagdarmklachten veroorzaken, zoals winderigheid, darmkrampen of diarree. Voedingsmiddelen die meer dan 10% polyolen bevatten, moeten verplicht een waarschuwing dragen: "Overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben."

 

Voordelen en overwegingen

Het gebruik van zoetstoffen biedt verschillende voordelen, zoals het verminderen van calorie-inname, het helpen bij het beheersen van gewicht en het ondersteunen van een gezondere levensstijl. Ze kunnen ook helpen om de smaak van voedingsproducten te verbeteren, waardoor ze aantrekkelijker worden voor consumenten die minder suiker willen consumeren. Echter, het is cruciaal om bewust te zijn van je inname en een balans te vinden in het gebruik van zoetstoffen in je dieet.